4.Lichaam

De dagpauwoog is een best grote vlinder die een vleugelspanwijdte van ongeveer 50 tot 60 millimeter. Net als bij andere vlinders bestaat het lichaam uit drie delen en heeft hij twee paar vleugels en drie paar poten. De dagpauwoog is gemakkelijk te herkennen door bijvoorbeeld de kleur van de vleugels en de vorm van de poten.

Er zijn twee voorvleugels en twee achtervleugels. De bovenkant van de vleugels geeft bonte kleuren terwijl de onderkant donkerbruin en zwart is. De bovenkant van de voorvleugel is het meeste helder oranjerood. Met een brede zoom die bruin is. Langs de rand van de vleugel loopt een smalle donkere zoom. Aan de voorrand van de vleugel is een gele strook die de vleugelrand volgt, en duidelijk zwart gestreept is zodat een soort zebra rand op de vleugel te zien is. 

Het kopje is best wel klein maar je kan duidelijk het verschil zien met andere soorten. Het meest uitstekende deel van de vlinder zijn de antennes, die lang en zwart zijn. Ook zijn de antennes  dun en sprieterig en hebben een opvallend, tonvormig uiteinde dat aan de bovenkant wit is. De antennes zijn belangrijke zintuigen en zijn ook om voedsel en een partner te vinden.

Het achterlijf van de vlinder is het langste lichaamsdeel en is verdeeld in verschillende onderdelen. Omdat het achterlijf dicht behaard is zijn de verschillende delen moeilijk uit elkaar te houden. De haartjes zijn glanzend en roodbruin. In het achterlijf zitten de organen zoals de ademhalingsorganen, de spijsverteringsorganen en de geslachtsorganen.

Het borststuk van de vlinder is bol, dicht behaard en is het breedste deel van het lichaampje. Aan de bovenkant zijn de vier vleugels aangehecht en de onderkant heeft drie paar poten.